Op De Zuiderzee werken we volgens de principes van Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO). Deze vorm van onderwijs draait om motivatie, betrokkenheid en betekenisvol leren. Kinderen leren het best wanneer ze nieuwsgierig zijn, vragen stellen, onderzoeken, samenwerken en hun eigen ideeën mogen ontwikkelen. Zo groeien ze op tot zelfstandige, denkende en betrokken wereldburgers.
Wat is OGO-onderwijs?
OGO-onderwijs, ontstaan in de jaren tachtig en gebaseerd op de theorie van Lev Vygotski, draait om actief leren in de echte wereld. Kinderen ontwikkelen zich door te ontdekken, te onderzoeken en samen te spelen, waarbij kennis, vaardigheden en sociale en emotionele ontwikkeling altijd samenkomen. Ze nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces en ervaren dat leren pas écht waardevol is wanneer ze het zelf ontdekken en toepassen. Op De Zuiderzee komt OGO tot leven in de praktijk. Thema’s starten vaak met echte voorwerpen, verhalen of vragen, zodat kinderen nieuwsgierig en betrokken zijn. Zo leren ze stap voor stap en op een manier die bij hen past.
Ontdekken en onderzoeken
Kinderen leren het meest door te praten, samen te werken en zelf dingen uit te proberen. Zo ontwikkelen ze kennis en vaardigheden, én inzicht in zichzelf en de wereld om hen heen. Een thema kan bijvoorbeeld beginnen met een intrigerende ontdekking: in groep 3 stond een grote kist met een slot klaar. De kinderen vonden de sleutel, openden de kist en onderzochten de inhoud. Ze schreven op wat ze zagen, sorteerden de spullen, bekeken boeken, schreven verhalen en speelden in het kasteel dat in de klas ontstond. Ook buiten de klas ontdekken kinderen actief. Zo gingen ze op onderzoek naar het Muiderslot of een museum, waar ze informatie verzamelden, vragen ontdekten en samen onderzochten. Boeken, gesprekken en experimenten hielpen hen om telkens een stapje verder te komen.
De zone van naaste ontwikkeling
Een centraal concept binnen OGO is de zone van naaste ontwikkeling. Dit betekent dat een kind nieuwe vaardigheden leert met de hulp van een leerkracht of klasgenoot. De leerkracht sluit aan bij de interesses van het kind, maar biedt altijd net dat stapje extra, zodat het kind nieuwe handelingen kan leren en zelfvertrouwen ontwikkelt. Zo leren kinderen zelfstandig nieuwe dingen aan te pakken, terwijl ze weten dat ze steun kunnen krijgen wanneer dat nodig is.
Eigen initiatief en betrokkenheid
Betrokkenheid is de motor van leren. Kinderen worden gestimuleerd om vragen te stellen, plannen te maken en samen te reflecteren. Thema’s duren meestal zes tot acht weken en combineren leerdoelen uit verschillende vakgebieden, zoals taal en wereldoriëntatie. In de onderbouw zijn thema’s herkenbaar en dichtbij huis, zoals ‘de bakker’, ‘de dokter’ of ‘kleine beestjes’. In de midden- en bovenbouw worden thema’s breder en complexer, zoals ‘Oorlog en vrede’ of ‘Het beste duurzame idee van de Zuiderzee’. Elk thema start met een prikkelende ontdekking of activiteit en wordt afgesloten met een bijzondere presentatie, tentoonstelling of uitvoering waarbij vaak ook de ouders betrokken worden.
Ruimte voor verschillen
Geen kind is hetzelfde. Verschillen in achtergrond, ervaring en talent maken het leren juist rijker. In de praktijk zie je dat duidelijk terug. In groep 1-2 werd een theater opgezet rond Max en de Maximonsters. Kinderen speelden het verhaal na, leerden verschillende rollen kennen, oefenden fijne en grove motoriek en spreekvaardigheid, onderzochten hoe een theater werkt, lazen boeken, schreven eigen teksten en pasten rekenen en wiskunde toe bij kaartverkoop en stoelnummering. Het thema eindigde met een optreden voor ouders, waarin ieder kind een bijdrage leverde. In groep 6 maakten kinderen een documentaire over ontdekkingsreizen uit de tijd van de VOC. Ze deden onderzoek, lazen en schreven teksten, oefenden presentatievaardigheden, pasten rekenkundige kennis toe en bouwden modellen van schepen en kaarten. Zo leerden ze alles wat nodig was om het thema goed te begrijpen én konden ze hun kennis direct toepassen.
Alles hangt met elkaar samen
Bij OGO-onderwijs zijn kennis, vaardigheden, sociale en emotionele ontwikkeling onlosmakelijk verbonden. Door te leren in betekenisvolle contexten ontstaat samenhang, in het leren én in de ontwikkeling van het kind zelf. OGO blijft zich ontwikkelen, net als wij. Het team van De Zuiderzee blijft zich professionaliseren. Zo blijft onze school een plek waar kinderen, leerkrachten én ideeën continu groeien.
Team & ondersteuning
Bij Basisschool De Zuiderzee werken we met een enthousiast en deskundig team dat zich dagelijks inzet voor de ontwikkeling van ieder kind. Onze groepsleerkrachten zijn niet alleen bevoegd, maar ook opgeleid in Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO). Daarnaast beschikken veel van onze leerkrachten over aanvullende specialisaties, zoals in gedrag, begaafdheid, lezen en het jonge kind. Zo zorgen we voor een sterke en veelzijdige onderwijsgemeenschap.
Oudervereniging
De Oudervereniging (OV) bestaat uit ouders die het leuk vinden en de mogelijkheid hebben om zich extra in te zetten voor het schoolleven van hun kind. Deze vrijwillige commissie ondersteunt de school met activiteiten die zowel bijdragen aan het gemeenschapsgevoel als aan het onderwijs, bijvoorbeeld vieringen en extra materialen voor de klas.
Medezeggenschap
Op De Zuiderzee vinden we het belangrijk dat ouders en teamleden meedenken over de school. Daarom is er een medezeggenschapsraad (MR), waarin ouders en personeel gelijk vertegenwoordigd zijn. De MR fungeert als klankbord voor de schoolleiding en draagt bij aan een transparante en betrokken schoolgemeenschap.
Veiligheid & welzijn
Op De Zuiderzee vinden we het belangrijk dat kinderen zich veilig en prettig voelen op school. Een veilige leeromgeving draagt bij aan de ontwikkeling en het welzijn van ieder kind. We hebben verschillende protocollen en afspraken om een veilige schoolcultuur te waarborgen.
ABSA
Basisschool De Zuiderzee is onderdeel van Stichting ABSA, de Algemeen Bijzondere Scholengroep Amsterdam. ABSA bestaat uit vijf basisscholen verspreid over Amsterdam en biedt ruimte voor de eigenheid van elke school, terwijl het tegelijkertijd een solide basis biedt voor samenwerking en gezamenlijke ontwikkeling.