Geloof het of niet, we hebben een stemhokje in onze klas. Met een heus stembiljet en echte stempotloden. Wat een groot biljet! Hoe kan je daar nou uit kiezen! Wat een hoop namen! “En als al iemand jouw keuze al ingekleurd heeft, juf?” ” Dan teken je er maar een rondje bij. Of je kleurt er nog een keer overheen.” Ze zijn bloedserieus. ‘Stem Jesse Klaver” wordt er gefluisterd. Maar de eerste kleurt meteen het vakje van Rutte rood. De Partij van de Dieren is populair. Iemand kiest een naam die (bijna) die van haarzelf is. En als een jongetje de Piratenpartij ontdekt, gaan ze helemaal los. Het wordt een nek-aan-nekrace. Een meisje telt de stemmen. “Jesse Klaver heeft als mens gewonnen, maar de Partij voor de Dieren heeft de meeste stemmen.” Een wijsneus merkt nog even op: “Als Jesse Klaver de baas wordt, juf, dan mag je maar 21 kinderen in de klas. Dan moeten er vijf weg.” Ja duhuh… dat gaat natuurlijk niet gebeuren…