Vandaag niet één boek, maar wel liefst drie! Ik zal het maar eerlijk zeggen, ik kon niet kiezen. Deze drie fenomenale dierenboeken lees- en herlees ik. Lees ik voor, en herlees ik voor. Zal ik maar zeggen.

Bibi Dumon Tak heeft iets met dieren. Dat moge duidelijk zijn. Ze vertelt er de meest fantastische dingen over. En niet op een gewone manier, nee, als je dit leest, is het net of  ze naast je op de bank zit en je het persoonlijk vertelt. Je af en toe aanstoot, en in de lach schiet.

Voorbeeldje? Uit ‘Winterdieren’, eerste verhaal:

“Hoor! Hoor dan toch! Boven het razen van de wind, waar bomen kraken, takken breken, waar een tornado van sneeuwvlokken in duizelingwekkende vaart over het land heen stormt, daar klinkt iets. Iets hoogs. Het komt van alle kanten. Als een eindeloze echo die de weg kwijt is, Want telkens klinkt het anders. Wat is dit? Wie maakt dat geluid? Dwalen er spoken door het woud? Het is de familie Wolf die je hoort, Vader, moeder en hun zoveel kinderen die naar elkaar roepen: ‘Waar ben je, zoon?”

Dan ben je toch meteen vertrokken? In een boek waar je maar door wil blijven lezen? Een boek vol winterdieren… Zal ik een geheimpje verklappen? Rudolf het rendier, die de arrenslee van de Kerstman trekt, is een meisje! Ik zweer het! En er is ook iets met de uil uit de film van Harry Potter. Maar dat mag je zelf lezen!

En wat dacht je van ‘Bibi’s doodgewone dierenboek’?

Over de muis, de zeester, het konijn, de vos, de koolmees, de mol en nog veel meer van die ‘doodgewone’ dieren. Nou, ik kan je verzekeren, zo doodgewoon zijn ze echt niet. Na het lezen van dit boek noem ik in ieder geval geen enkel dier meer ‘doodgewoon’. Het zijn allemaal kleine wondertjes! En ik mag dan best al oud zijn, wat wist ik weinig voordat ik de boeken van Bibi las!

En ‘Bibi’s bijzondere beestenboek’ dan? Als ‘doodgewone ‘ dieren al zo bijzonder zijn, dan moet dit helemaal fantastisch zijn! Klopt! De luiaard, de prieelvogel, de mestkever, de kakkerlak, de condor, de vliegende vis en het papiervisje. Om er maar een paar te noemen.

Wat dacht je van de gierzwaluw? “Dat vlugge vogeltje komt met een vaart van 120 kilometer per uur uit Afrika gevlogen om een nest te bouwen onder ons dak” “Het zijn echte luchtacrobaten. Honger? Bek open, dwars door een wolk muggen jagen en slikken. Dorst? Bek open, rakelings over het water zeilen en slurpen. Moe? Wachten tot de avond valt, Een paar kilometer naar boven vliegen en in slaap vallen op een bedje van warme lucht dat langzaam omhoog drijft.”

Geweldig toch? Ik ga ze maar weer eens lezen. en voorlezen aan mijn kleinkinderen. Krijgen jullie er ook zin in? Als je ze niet kan vinden, mag je er na de vakantie altijd eentje van me lenen. Bibi Dumon Tak! Onthoud haar naam!

‘Winterdieren’ is prachtig geïllustreerd door Martijn van der Linden en de andere twee boeken door Fleur van der Weel (zij illustreerde ook ‘Supergupie’. Ik ben een fan!)